zondag 19 december 2010

Atlantis

Inleiding:
De aarde schud, de gebouwen trillen en in de grond ontstaan diepe scheuren. Het waren de meest dappere (of domme) inwoners van Atlantis die hun geliefde stad niet wilden verlaten maar ook zij zien nu in dat het een verloren zaak is. Atlantis is begonnen aan zijn reis de diepte in, langzaam maar zeker zinkt de stad. De laatste inwoners beginnen aan hun tocht naar het veilige vaste land met zo veel als mogelijk mee sjouwend dat wat van waarde is.

Principe:
De stad Atlantis ligt midden op tafel en vanuit deze stad loopt een weg naar het vaste land bestaande uit tegeltjes. Via deze route moeten de spelers het vaste land zien te bereiken. Tijdens deze tocht verzamelen de spelers tegeltjes welke aan het einde van het spel punten waard zijn. De speler met de meeste punten is winnaar.

De route naar het vaste land wordt opgebouwd. Een rij van 53 tegeltjes waarvan een gedeelte bestaat uit twee tegeltjes op elkaar en een gedeelte uit enkele tegeltjes. Het 27e (middelste) tegeltje is een water tegel. Op de tegeltjes staan afbeeldingen als een ring, kroon, helm, vlag, olijf etc. Elke speler krijgt een setje handkaarten met daarop afbeeldingen gelijk aan die van de tegeltjes. Met het uitspelen van een kaart mag de speler één van zijn drie figuren verzetten naar het eerste tegeltje met de zelfde afbeelding. Staat daar al een figuur van een tegenspeler dan moet de speler, door het uitstpelen van een volgende speelkaart, doorbewegen naar een volgende vrije tegel.


Zodra een speler zijn speelfiguur wegbeweegt naar een volgende tegel moet hij het eerste vrije tegeltje vanachter zijn vertrekpunt pakken en voor zich neerleggen (geen watertegel). Na het spelen van de kaart(en) trekt de speler één speelkaart van de stapel en is de volgende speler aan de beurt. Als een speler twee of meer kaarten uitspeelt mag hij toch maar één kaart van de trekstapel pakken. Om aan meer kaarten te komen mag een speler aan het begin van zijn speelbeurt één tegeltje afleggen. De waarde van de tegel gedeeld door twee (afgerond naar beneden) mag hij dan aan kaarten trekken.

Als de speler een tegeltje uit de route pakt omdat hij heeft bewogen moet hij, als er een gat ontstaat, deze opvullen met een watertegel. Liggen er twee tegeltjes op elkaar moet de speler de bovenste tegel pakken. Gaandeweg komen er steeds meer watertegels in de route te liggen welke de spelers alleen kunnen oversteken door een brug te plaatsen of een boot te nemen.

Elke speler heeft één brug. Als een speler een brug neerlegt op een watertegel kan elke speler deze brug gebruiken. Als er gaandeweg aansluitende tegels verdwijnen en de waterplas groter wordt, wordt deze waterpartij nog steeds gezien als één enkel obstakel welke spelers met de brug kunnen oversteken.
Ligt er geen brug dan kan een speler een watergebied oversteken met een boot. De speler moet hier voor betalen in punten gelijk aan de waarde van één van de tegels aan weerszijden van deze waterpartij. Dit kan door een tegeltje af te geven met minimaal een gelijk puntenaantal of door kaarten af te leggen waarbij de waarde van een kaart gelijk is aan 1. Een speler kan in zijn beurt meer waterpartijen oversteken en aan het einde van zijn beurt de kosten optellen en in één keer aftikken.


Heeft een speler een speelfiguren op het vaste land weten te krijgen mag hij het laatste tegeltje voor het vaste land nemen (ontstaat geen water tussen laatste tegel en vaste land). Nadat de eerste speelfiguur op het vaste land is aangekomen mag een speler twee kaarten trekken aan het einde van zijn beurt. Heeft de speler twee figuren op het vaste land mag de speler drie kaarten trekken aan het einde van zijn speelbeurt.
Heeft een speler zijn drie speelfiguren op het vaste land staan stopt het spel. De andere spelers berekenen de kosten die nodig zijn om aan land te komen en betalen deze in de vorm van kaarten of tegeltjes (gaat hier alleen om het oversteken van mogelijke watergebieden). Spelers kunnen in deze fase geen bruggen meer bouwen en tegels krijgen.

Spelers tellen de waardes van de tegels op en elke speelkaart is één punt waard. Speler met de meeste punten wint het spel.

Wat ik er van vindt:
Atlantis is een luchtig spelletje wat vlot is uit te leggen en te spelen. Laag instapniveau en goed te spelen met kids. Geluk zit hem in het trekken van de kaarten en het pakken van de tegeltjes daar waar er twee tegels op elkaar liggen. Doet erg denken aan Cartagena. Mooi uitgevoerd en leuk genoeg om bij gelegenheid op tafel te leggen als filler.

Spel geschikt als:


Categorie:


Info Algemeen:
Uitgebracht in 2009 door Amigo
Ontwerper: Leo Colovini
Spelersaantal: 2 – 4
Speelduur: 30+ minuten
Verkrijgbaar: spellenwinkel & internet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten