maandag 29 november 2010

Ave Caesar


Inleiding:


Het is een oorverdovend kabaal in het colloseum. De mensenmassa is gespannen en enthousiast. Het grote wagenrenspektakel staat op het punt te beginnen. Opeens verstomd het geluid. Caesar heft zijn hand op, het teken dat de wedstrijd op het punt van beginnen staat. Gespannen kijken de deelnemers naar de keizer terwijl de paarden briesen en ongeduldig stappen op de plaats. Met een kort handgebaar start Caesar de wedstrijd. De wagens spurten weg, het gejoel en kabaal rolt van de tribune over de rijders heen.
De wedstrijd is begonnen.
Principe:

In dit wagenrenspel moeten de spelers zo snel als mogelijk drie rondes af zien te leggen met hun paard en wagen. Tijdens deze wedstrijd moeten de spelers ook verplicht een groet brengen aan de keizer door tijdens de race één keer langs de eretribune te rijden.



Elke speler heeft een eigen set speelkaarten met waardes van 1 t/m 6. Hier heeft de speler er drie op de hand. Met het uitspelen van een kaart moet de speler het aantal stappen met zijn wagen zetten. Het colloseum is een smal parcours en kent meerdere punten waarbij inhalen niet mogelijk is of waarbij inhalen alleen mogelijk is via de buitenbocht.
Belangrijk is dat het aantal stappen dat gespeeld wordt ook altijd gezet zal moeten worden en dat je alleen mag passen als je niet kan zetten omdat je geblokt wordt of omdat je kaarten niet gespeeld kunnen worden (voorbeeld: je kan slechts één stap doen maar je hebt geen kaart met waarde één in je hand).

In beginsel moet de speler altijd een kaart spelen en het aantal stappen vooruit zetten. Ook al wordt je op deze wijze gedwongen om de buitenbocht te nemen, als je kan spelen moet je ook spelen! Lig je eenmaal vooraan kan zich ook een probleem voordoen. Je mag namelijk geen kaart met waarde 6 spelen als je vooraan ligt. Stel je hebt drie kaarten met waarde 6 in de hand zul je dus net zo lang moeten wachten totdat iemand je inhaalt.
Een ander lastig iets is dat de totale waarde van de kaarten voldoende moet zijn om drie rondes te kunnen bewegen. Dit is niet altijd het geval want als een speler te vaak een buitenbocht neemt, en dus meer stappen nodig heeft, kan het zijn dat zijn paard stil valt vlak voor de finish. Je zal niet de eerste zijn!
En wat als je vergeet langs de eretribune te rijden? Nou dan ben je zo wie zo laatste in het spel. Maar dat vergeet je toch niet? Nee dat doe je ook niet maar als de weg langs de tribune geblokkeerd is kan het zijn dat je in de eigen speelbeurt verplicht de eretribune moet laten schieten. Geen nood, met drie rondes heb je twee keer de kans om langs de tribune te rijden. Lukt dat niet in de tweede ronde dan is het foute boel want de laatste ronde is het recht toe, recht aan op de finish af.



Wat ik er van vindt:

Nadat ik mijn Ave Caesar via Ebay had gekocht was mijn eerste spelervaring nog al teleurstellend. Wat is daar nou leuk aan? Kaartje leggen, stapjes zetten, klaar. Wellicht dat we bij uitzondering een wel heel soepel lopend potje hadden gespeeld maar het spel ging na dit ene potje een goed jaar de kast in. Toen het weer op tafel kwam er een heel ander spel uit rollen. We zaten mekaar lekker dwars, haalden op een enkele pas de finish niet of wisten elkaar weg te drukken bij de eretribune. Vanaf dat moment bleek Ave Caesar zowaar een leuk en vooral luchtig tussendoortje.

Spel geschikt als:








Categorie:

Info algemeen:
Uitgebracht in 1989 door Ravensburger
Ontwerper: Wolfgang Riedeser
Spelersaantal 2 - 6
Speelduur: 30 minuten
Verkrijgbaar: Betere spellenwinkels en internet

Aqua Romana

Inleiding:
De Romeinen hebben een te kort aan drinkwater en hebben dan ook de meest ervaren architecten aan het werk gezet om dit probleem te tackelen. Op aanwijzingen van de architecten bouwen de werkers aan dit grote en prestigieuze project. Een heus waterleidingsysteem voor de stad Rome.

Principe:
De spelers proberen elk vanuit hun eigen waterreservoir aquaducten uit te rollen door middel van het plaatsen van tegeltjes waarop delen van het aquaduct staan afgebeeld.
In een 4 spelers spel hebben de spelers een waterreservoir met 4 uitlaten van waaruit de spelers hun afzonderlijke aquaducten kunnen gaan bouwen.

Op elk uiteinde van het reservoir staat een werker opgesteld. Rond het speelveld ligt een parcours waarop de 12 architecten staan en waarover zij ook bewegen. Elke architect kijkt in een rechte lijn uit over het speelveld (horizontaal of verticaal). Als deze lijn de positie van een werker kruist kan deze werker zijn aquaduct uitbouwen. Deze werker kan de vorm aanbouwen die op de bewuste architect afgebeeld staat. Dit kan een bocht, een dubbele bocht, een rechte of een kruising zijn.
De speler mag geheel naar eigen inzicht zijn aquaduct uitbouwen zolang hij maar niet zijn eigen aquaduct aansluit op een ander aquaduct.
De speler pakt de corresponderende tegel en legt deze aan. Vervolgens schuift hij zijn werker vooruit op het nieuw aangelegde stuk en verplaatst de architect, die hij gebruikt heeft, met de klok mee naar het volgende vrije veld op het parcours.
Mocht met het plaatsen van de tegel de waterweg doodlopen dan is deze klaar en volgt voor er voor dit stuk een waardering. De werker wordt geplaatst op het daarvoor bestemde scorespoor.
De eerste vier aquaducten die worden gewaardeerd leveren een bonus architect op die de speler na zijn beurt mag plaatsen op een willekeurige positie op het parcours. Vanaf nu kunnen alle spelers ook van deze architect gebruik maken.


Zodra alle spelers gedurende één hele ronde geen tegels meer kunnen plaatsen stopt het spel en worden de overige aquaducten gewaardeerd. Aardig hierbij is dat elk aquaduct zijn eigen score heeft en dat de posities op het scorespoor beperkt zijn. Staat er op het scorespoor al een werker op een zeker getal, kan het zijn dat daarmee deze positie vergeven is. Een volgende speler met een gelijke score moet zijn werker nu op het eerstvolgende lagere vrije veld plaatsen.

Wat ik we van vindt:
“Aqua Romana” is een spel wat erg lijkt op spellen als “Linie 1” en “Bombay Bazar”. Het is een luchtig familie spel met een leuk mechanisme van bouwen, verplaatsen en scoren. Een spel wat vlot weg speelt snel is uit te leggen en goed te spelen is met kinderen maar ook met volwassenen.

Categorie:


Info algemeen:
Uitgebracht in 2005 door Queen Games
Ontwerper: Martin Schlegel
Spelersaantal: 2 - 4
Speelduur: 60 minuten
Verkrijgbaar: Betere spellenwinkel of internet

Castle Panic

Inleiding:
Ons kan niets gebeuren! We hebben ons goed verschanst in onze burcht en waken gezamenlijk over het open glooiende landschap welke ons omringt. Het is rustig… te rustig… we zeggen het niet maar we weten het wel, het zal niet lang meer duren en hordes goblins, orcs en trollen zullen onze burcht bestormen.
Nou wij zijn niet bang! Onze boogschutters, ridders en zwaardvechters staan klaar om het zooitje ongeregeld de pak in te hakken. Kom maar op wij zitten hier goed met z’n…eh… enkele spelers. Verdikkeme dat is wel een verdomd grote horde ongure types wat er op ons afkomt. Als dat maar goed gaat.

Principe:
Als spelers zitten wij verscholen in onze burcht en kijken rondom uit op een vlakte. Deze vlakte is verdeeld in 6 taartpunten waarbij elke twee punten een zelfde kleur hebben. Zo hebben wij een blauwe, rode en groene vlakte. De gehele vlakte kent 4 zones (ringen). De buitenste ring is het bos vanwaar de monsters hun run op het kasteel beginnen. De volgende ring is de ring waarin de boogschutters de monsters kunnen aanvallen gevolgd door een ring waar de ridder hun aanval kunnen uitvoeren. De ridders kunnen de ring direct rond het kasteel verdedigen.


Ons kasteel bestaat uit 6 muren en binnen die 6 muren staan 6 torens. Monsters rennen op de muren af, slaan ze kapot en nemen vervolgens de torens onder handen. Zodra de laatste toren kapot is hebben de spelers verloren en hebben de monsters gewonnen. Dat willen we dus niet hebben.

De spelers hebben elk hun handkaarten open voor zich liggen. Deze kaarten zijn in hoofdzaak gevechtskaarten met afbeeldingen van boogschutters, ridders of zwaardvechters. Elke kaart bestrijkt een zekere ring en de kleur op de kaart geeft ook aan in welke taartpunten deze kaart effect heeft. Naast deze reguliere kaarten zijn er nog een aantal bijzondere vechtkaarten en zijn er ook kaarten sets die gezamenlijk de speler in staat stellen om een vernietigde muur weer op te bouwen. Torens kunnen niet opnieuw gebouwd worden.


 
De speler die aan de beurt is werkt de acties in een vaste volgorde af. Als eerste vult de speler zijn handkaarten weer aan (legt deze open voor zich neer) en mag vervolgens één kaart afleggen en een nieuwe kaart trekken. (handig als je een kaart hebt waar je niets mee kan.
Vervolgens mag de speler één kaart ruilen met een medespeler om zo zijn slagkracht te vergroten of om een kaartset kompleet te krijgen waardoor er een muur gebouwd kan worden.
Vervolgens mag de speler net zo veel kaarten uitspelen als hij wil. Als de speler een monster in de rode zone van de boogschutters wil bevechten moet hij een rode boogschutter afleggen. Het monster krijgt in dit geval meteen 1 schade toegediend. Als dit een Goblin is dan is deze meteen dood omdat een Goblin maar 1 levenspunt heeft. De Orc heeft twee levenspunten en de Trol drie. Elk monster is afgebeeld op een driehoekig fiche. Als het monster geplaatsts wordt dan wijst de punt met de hoogste waarde (bij een Trol is dat drie) altijd richting het kasteel. Bij het incasseren van schade wordt de waarde aangepast op het fiche (fiche draait) en wijst de lagere waarde nu richting het kasteel. Komt de waarde op nul is het monster dood. De speler die het monster dood krijgt het fiche want dit zijn punten voor de eindoverwinning. (als we het er levend vanaf brengen).
De speler mag zoveel kaarten spelen als hij wil op één of meerdere monsters en/of gecombineerd met het bouwen van muren etc. Als de kaarten gespeeld zijn bewegen alle monsters op het bord een ring dichter naar het kasteel toe.
Als een monster voor de muur staat dan beweegt hij niet. In dit geval breekt hij de muur voor hem af. In dit proces verliest hij echter wel een levenspunt in verband met vallende stenen. En zo kan het zijn dat een Orc, met nog één levenspunt, een muur afbreekt waarbij hij dus zelf het leven laat. Deze monsters zijn niet verslagen en gaan op de aflegstapel.
Wat voor een muur geld geld ook voor een toren. Het monster beweegt op de plek van de toren, heeft deze dus afgebroken maar verliest hier wel een levenspunt. Als dit monster nog levenspunten heeft past hij zijn volgende beweging(en) aan en gaat nu met de klok mee cirkelen om zo de volgende toren neer te halen. Als de monsters hebben bewogen komen er twee nieuwe monsters in het spel. Een monster fiche word omgedraaid en vervolgens bepaald de dobbelsteen in welke taartpunt het monster start. Het startveld is altijd de bosrand.


Als de fiches alleen maar uit monsters zouden bestaan waren we snel klaar maar helaas hebben deze fiches vaak ook andere onaangename verrassingen in petto. Zo zijn er ook grote bolders die vanuit het niets alles op hun weg vernietigen en te pletter slaan tegen de eerste de beste muur of toren die ze tegenkomen. Maar ook monster helden en grotere hordes melden zich terloops aan het front. En als je ze dan eindelijk in het vizier hebt dan verschuiven ze allemaal met de klok mee of tegen de klok in. Kortom geen pretje dus.

Het venijn zit hem bij dit spel in de staart. Als het de spelers gelukt is om het laatste monster te verslaan kan er uiteindelijk toch maar één winnaar zijn. De speler die de meeste punten heeft behaald bij het verslaan van de monsters wint het spel en verdiend de eervolle titel van “Monster Slayer”

Wat ik er van vind:
Eerlijk is eerlijk, er zijn mensen die het coöperatieve concept minder zien zitten en liever tegen elkaar als met elkaar willen spelen. Als je wel van dit soort spellen houdt dan is dit spel een leuke en luchtige variant. Dat het een coöperatief spel is wil nog niet zeggen dat je niet kan lopen zieken.
Als de tegen/medespeler het beter doet met het verslaan van monsters kan je er ook voor kiezen om geen kaarten met hem te ruilen of zelfs zo ver gaan dat de verdediging valt en iedereen verliest. Als jij niet kan winnen dan de rest al helemaal niet!
Categorie:



Info algemeen:
Uitgebracht in 2009 door Fireside Games
Ontwerper: Justin de Witt
Spelersaantal: 1 – 6
Speelduur: 60 minuten
Verkrijgbaar: Internet bv. “Allgames4you”

zondag 28 november 2010

Furstenfeld


Inleiding:
Gezelligheid kent geen tijd.
Een groep vrienden om de tafel, potje bier er bij en dan een goed spel op tafel. Beter nog! Waarom dan ook niet een bierspel spelen! Dat klinkt goed, nog even snel wat borrelnoten er bij en dan gaan we aan de slag.

Principe:
In dit spel winnen de spelers zuiver grondwater uit de bron en verbouwen graan en hop op hun eigen landerijen. De producten worden vervolgens verkocht aan de locale bierbrouwers waarop wij spelers weer geld kunnen investeren in onze productiecapaciteit of zelfs in ons gedroomde paleis.

De ultieme droom van ons als spelers is om uiteindelijk een eigen paleis te bouwen. Maar dan moeten we eerst wel voldoende geld hebben verdiend met onze handel. Daar komt ook nog eens bij dat elk stukje van ons gedroomde paleis onze productiecapaciteit aantast in de zin dat we op dat stuk grond niets meer kunnen verbouwen. Het is in dit spel de vraag wanneer het een goed moment is om te beginnen met de bouw van het paleis.

Elke speler heeft een stuk grond welke bestaat uit 6 velden. Op deze velden kan de speler zijn productiecapaciteit verhogen door er grotere bedrijven op te bouwen. De grondstoffen kunnen in de eigen speelbeurt verkocht worden aan één en de zelfde brouwerij naar keuze. Elke ronde veranderd de vraag naar grondstoffen wat uiteindelijk de prijs van elk product zal doen toe of afnemen afhankelijk van de hoeveelheid aangeboden grondstoffen aan een brouwerij. Grondstoffen die een speler niet verkoopt raakt de speler kwijt. Het geld dat de speler met zijn verkoop verdient mag hij opsparen of meteen gebruiken om te investeren in zijn landerijen. Per keer mag de speler in maximaal twee velden investeren. Dit kunnen bedrijven zijn, ondersteunende gebouwen zijn die de geldstroom beïnvloeden of paleisprojecten.
De inkomsten in een beurt worden bijgehouden op een inkomstentabel op het speelbord. Elke nieuwe speelronde wordt aan de hand van de inkomsten van de vorige ronde de spelersvolgorde bepaald waarbij de speler met de laagste inkomsten als eerste aan de beurt is. Dit is van belang voor wat betreft de verkoop van grondstoffen aan de brouwerijen.


Wat een speler kan bouwen hangt af van wat hij op dat moment in zijn hand aan bouwkaarten heeft. Elke speler heeft zijn eigen bouwkaarten stapel waarvan hij er doorgaans steeds vier van op zijn hand heeft. Als de beurt van de speler voorbij is mag hij één van zijn bouwkaarten op de hand houden en zal de overige af moeten leggen.
Hier komt het lastige element van het spel bovendrijven. Zodra kaarten uit hand worden afgelegd en onder op de trekstapel komen duurt het dus weer even voordat deze kaarten voorbij komen. Het uiteindelijke doel is om de zes paleisdelen te bouwen. Zodra de speler deze kaart weggooit weet hij dat het even gaat duren voordat deze kaart weer getrokken kan worden. Het zal dus voorkomen dat spelers moeten wachten op de juiste kaart(en) om zo het spel af te kunnen maken.

Wat ik er van vind:
Het spel gespeeld in de beginnersvariant is op zich aardig maar heeft de vervelende eigenschap dat het in de eindfase een passieve aangelegenheid wordt. Zodra spelers nog één of twee paleisdelen moeten bouwen en voldoende geld hebben rest hen niets meer dan wachten tot de juiste kaart (het paleisdeel) voorbij komt in de trekstapel. Wat dat betreft is de beginnersvariant sterk af te raden en meteen de volledige versie van het spel te spelen. Na 5 keer spelen kan ik zeggen dat het spel me wel bevalt. Aardig markt mechanisme en het blijft lastig wanneer je moet beginnen met het bouwen van het paleis. Ook de manier waarop je met je stapel kaarten omgaat is van groot belangin dit spel.
Categorie:



Info algemeen:
Uitgebracht in 2010 door 2F Spiele
Ontwerper: Friedemann Friese
Spelersaantal: 2 – 5
Speelduur: 60 minuten
Verkrijgbaar: Internet bv. “Allgames4you”

Richelieu

Inleiding:
Dit kaartspel voor twee personen is gebaseerd op het geschiedkundige feit dat Maria de Medici in 1630 werd verbannen door haar eigen zoon, Lodewijk de 13e. Zij steunde een complot tegen de invloedrijke kardinaal Richelieu hem te dumpen. Hiermee dwong zij Lodewijk te kiezen tussen zijn eigen moeder en kardinaal Richelieu. Moeders werd bedankt en kon gaan.

Principe:
In dit kaartspel worden 4 rijen van 12 kaarten, open, onder elkaar op tafel gelegd. Op deze kaarten staan enkele of dubbele schilden afgebeeld in totaal 9 verschillende kleuren. Het is de bedoeling dat spelers proberen de meerderheid aan schilden krijgt van elke afzonderlijke kleur. De punten die de speler krijgt is afhankelijk van de kleur die het betreft. Verder worden er nog punten vergeven aan de speler met de meeste zwaard, kruis en toren symbolen op de kaarten. Voor het spel start worden er nog dicht een aantal fiches op een aantal kaarten gelegd die de speler krijgt als hij de onderliggende kaart trekt. Deze fiches tellen als bonus voor een specifieke kleur schild of een bonus voor een zwaard, toren of kruis.
Beide spelers beginnen elk met drie fiches waarop een kroon afgebeeld staat. Deze fiches kunnen de spelers gebruiken om kaarten te blokkeren voor andere spelers of om geblokkeerde kaarten open te breken.

Een speler mag in zijn beurt één of twee kaarten van de zelfde kleur pakken met een maximum aan twee schilden. Dit betekent dat een speler twee kaarten met een enkel of één kaart met een dubbel schild mag pakken. Dat pakken mag echter alleen vanaf beide uiteinden van de rijen. De gekozen kaarten worden open en op kleur voor de speler neergelegd waarbij de schilden op de kaarten zichtbaar moeten zijn.
Eenmaal de kaarten gepakt mag de speler een kroon fiche op een kaart leggen die vervolgens niet door de tegenspeler gepakt kan worden of hij moet daar een eigen kroon fiche voor opofferen. Zolang de speler kroonfiches heeft mag hij elke beurt weer één van zijn fiches van een kaart pakken en elders neerleggen.


Spelers pakken om de beurt kaarten en verplaatsen (optioneel) hun kroon kroonfiche totdat alle kaarten op zijn. Per kleur wordt er nu gekeken wie de meeste schilden heeft. Elke kleur heeft zijn eigen punten aantal welke overigens gelijk is aan het aantal schildjes die te pakken zijn in die kleur. Elke kleur telt in de waardering eenmaal ongeacht hoeveel kaarten een speler van die kleur heeft. Eventuele losse schildjes van de bonusfiches worden meegenomen in de bepaling wie de meeste kleuren van een schild bezit.
Alle torens, zwaarden en kruisen worden ook afzonderlijk vergeleken. Degene met de meeste afbeeldingen van een soort krijgt dat aantal punten.
Als laatste zijn er ook nog minpunten te verdelen in het geval een speler niet tenminste één kaart bezit van elke kleur. Elke niet aanwezige kleur levert 5 minpunten op.

Wat ik er van vind:
Richelieu is een snel uit te leggen spelletje wat, gezien de opbouw, elke keer anders is. Het speelt vlot en biedt  ook voldoende uitdaging in de vorm van het blokkeren van kaarten en het zo slim mogelijk verzamelen van kleuren en schilden.
Het spelletje kent dikke stevige kaartjes en is mooi en strak uitgevoerd. Al met al een prima spelletje wat ik van harte kan aanbevelen.

Spel geschikt als:







`


Categorie:




Info algemeen:
Uitgebracht in 2003 door Ravensburger
Ontwerper: Michael Schacht
Spelersaantal: 2
Speelduur: 30+ minuten
Verkrijgbaar: Speelgoedwinkels of internet bv. “Allgames4you”

zondag 21 november 2010

A la Carte


Inleiding:
We gaan gezellig culinair aan de gang met z'n allen en daarbij laten we niets aan de verbeelding over. We hebben een echt gasfornuis tot onze beschikking, een pan, kooklepels, kruiden en een berg aan recepten. Ready, steady, cook!

Principe:
Als kok probeer ik gedurende het spel 5 verschillende gerechten te koken. Hiervoor moet ik het gasfornuis op de juiste temperatuur zetten en de juiste hoeveelheid specerijen aan het gerecht toevoegen. In de drie acties die ik mijn beurt krijg kan ik met een dobbelsteen mijn gas hoger draaien of er voor kiezen om mijn gerecht te kruiden.

De dobbelsteen bepaalt in hoeverre ik het gas omhoog mag zetten maar kunnen mij ook koffie kopjes opleveren. Dit zijn bonus fiches die mij tijdens mijn speelbeurt bijzondere acties op kunnen leveren als bijvoorbeeld het verpesten van een gerecht van een conculega kok, het stelen van een gerecht, het mogen uitvoeren van extra acties of welke mij simpelweg punten opleveren.
Als het er te heet aan toe gaat op het fornuis verbrand overigens het gerecht en kan deze linea recta in de prullenbak.

Het kruiden van de gerechten is een vak apart. De actie bestaat hieruit dat ik een potje met kruiden boven mijn pan moet omkeren in een vloeiende beweging zonder te schudden. Het doel is om de juiste hoeveelheid specerijen in de pan te krijgen. (vaak is een combinatie van kruiden gewenst) Lukt dit dan heb ik een perfect gerecht gemaakt gelijk een Michelin ster waardig. Deze krijg ik dan ook en als mij dit drie keer tijdens het spel mocht lukken dan heb ik zo wie zo het spel meteen gewonnen.
Maar veel vaker gaat er tijdens het koken toch wel iets mis en komen er net iets meer kruiden in de pan dan gepland. Of wil ik er per ongeluk onvoorzien wat zout bij gooien. In het spel zijn we gelukkig wel iets vergevingsgezind en zal een extra toefje zout of een petit overload aan peper het gerecht niet meteen doen mislukken. Maar je moet het ook niet overdrijven want met drie kruiden van een zelfde soort of drie zout in de pan kan het gerecht onverbiddelijk naar de prullenbak.


Het spel stopt zodra een speler vijf gerechten heeft gekookt. Hier moet in ieder geval wel een pannenkoek bij zitten danwel er moet in ieder geval een poging gedaan worden om deze te hebben gemaakt. Bij dit gerecht moet de pannenkoek in de pan worden omgegooid waarbij het gerecht nog al eens op ongeplande locaties beland.
Het is niet zonder reden dat ik nog even waarschuw voor de glazen wijn, bier en fris op tafel. Bij het kruiden van de gerechten willen de korrels nog al eens een andere route dan die naar de pan volgen. Het zal dan ook niet de eerste keer zijn dat een speler een specerij uit een longdrink glas aan het hengelen is.

Wat ik er van vind:
A la Carte is een echte fun game met een goede dosis geluk. Dat laatste is niet storend omdat het spel nu eenmaal erg luchtig is en veel meer gezien moet worden als een leuk verzetje. Het spel is stevig qua materiaal en mooi vorm gegeven.

De uitbreiding "A la Carte - Desert" maakt het mogelijk om dit spel met vijf spelers te spelen met daarbij ook nieuwe gerechten en kruiden. In 2009 is het spel opnieuw uitgebracht en met bovengenoemde uitbreiding is er ook nog een kleine extra uitbreiding in het blad "Spielbox" nr4. 2010 verschenen.

Spel geschikt als:










Categorie:



Info algemeen:
Uitgebracht in 1989 door Heidelberger Spielverlag
Uitgebracht in 2009 door Heidelberger Spielverlag
Ontwerper: Karl-Heinz Schmiel
Spelersaantal 2-4 (5 met de uitbreiding)
Speelduur: 30+ minuten
Verkrijgbaar: Internet b.v. Allgnames4you

vrijdag 19 november 2010

Metropolys


Inleiding:
In de futoristische stad “Metropolys” proberen projectontwikkelaars hun imposante, stylvolle in beton, metaal en glas ontworpen gebouwen te bouwen op de mooiste en meest prestigieuse locaties in de stad. Door zorgvuldige planning en een goede voorbereiding kan de projectontwikkelaar zijn concurrenten te slim af zijn en de gebouwen daar bouwen waar ze het meeste tot hun recht komen.

Principe:
In dit spel voor twee tot vier spelers proberen de spelers hun gebouwen op de voor hen gewenste locaties in de stad te bouwen. Op tafel ligt de platte grond van de stad “Metropolys” opgebouwd uit een centrum omringd door vier stadsdelen. Deze vijf gebieden zijn van elkaar gescheiden door kanalen maar verbonden door vele bruggen. Elk gebied is opgedeeld in een bonte verzameling van stadswijken waarbij we vijf verschillende soorten wijken herkennen in zowel bestemming als kleur.


Elke speler heeft 13 gebouwen tot zijn beschikking oplopend van nummer 1 tot en met 13. De startspeler begint een bouwronde en plaatst één van zijn gebouwen op het bord waarna de volgende speler, met de klok mee, een gebouw met een hogere waarde kan plaatsen op een aangrensende wijk. (bruggen verbinden wijken ook met elkaar) De volgende speler mag, aangrenzend aan deze wijk nu een gebouw plaatsen. Dit plaatsen gaat net zo lang door tot alle spelers gepast hebben. De speler die als laatste zijn gebouw geplaatst heeft (de speler die het gebouw met de hoogste waarde heeft geplaatst, heeft het gebouw daadwerkelijk gebouwd. De overige gebouwen die in deze bouwronde geplaatsts zijn (gebouwen met lagere waarden) worden door de eigenaren terug genomen in de eigen voorraad.
De speler links van de startspeler begint nu een nieuwe bouwronde ergens op het bord. Deze excersitie wordt net zo lang herhaald tot één van de spelers al zijn gebouwen heeft kunnen plaatsen in de stad. Zodra dit het geval is stopt het spel en worden de punten geteld


De spelers verdienen punten door het uitvoeren van geheime opdrachten en door het verzamelen van fiches. Elke speler krijgt twee geheime opdrachten die punten opleveren. De basis opdracht bestaat uit het plaatsen van zoveel mogelijk gebouwen op een specifieke kleur/wijk. Deze opdracht levert de speler 2 punten op per gebouw per wijk. Een wat lastigere opdracht bestaat onderandere uit het plaatsen van groepen gebouwen rond pleinen, rond meren, op stadsdelen, aan weerszijden van bruggen etc. Hier kan men, afhankelijk van de opdracht, 4 tot 7 punten per set gebouwen mee verdienen.
Naast de opdrachten kunnen de spelers ook nog fiches verdienen die willekeurig over de stad verspreid zijn. Dit kunnen “metro” of “sjieke wijk” fiches zijn (leveren extra punten op) of “archeologie fiches” (leveren minpunten op)

Wat ik er van vindt:

Allereerst moet ik toch een opmerking maken over het speelbord. Het is niet bepaald het meest aantrekkelijke, laat staan overzichtelijke speelbord dat er is. Gelukkig zijn smaken verschillend dus je mag het hier van harte mee oneens zijn.

Metropolys kent een origineel bouw/veilingsysteem. Het spel is vlot uitgelegd en speelt snel en makkelijk. Het spel biedt voldoende uitdaging en mogelijkheden door de wijze waarop er punten verdiend kunnen worden. Deze ingredienten zorgen er voor dat dit spel met enige regelmaat op tafel verschijnt.

Het spel kent twee varianten. De familie en gevorderden variant. Het verschil zit hem in de geheime opdrachten.

Categorie:




Info algemeen:
Uitgebracht in 2008 door Ystari
Ontwerper: Sébastien Pauchon
Spelersaantal 2-4
Speelduur 30+ minuten
Opgenomen in de aanbevelingslijst "Spiel des Jahres 2008"
Verkrijgbaar: De betere spellenwinkels



donderdag 18 november 2010

Pit

Inleiding:
Nu heb ik nooit begrepen waarom er op de beurs altijd zo heen en weer geschreeuwd wordt en met pakken papier wordt gezwaaid. Wat een onzinnig gedoe zeg, je kan dingen toch ook gewoon netjes vragen aan elkaar? Spaart ook enigzinds je stembanden lijkt me. Tsjonge jonge zit ik daar eventjes behoorlijk naast zeg!

Principe:
Het kaartspelletje “Pit” is een beursspel waarbij de spelers zo snel mogelijk een reeks van 9 gelijke kaarten moet zien te verzamelen. De eerste die dat lukt ramt op de bel en het spel wordt stilgelegd.

Zoveel spelers zoveel series van 9 gelijke kaarten worden er in het spel gebracht. Goed schudden en uitdelen maar. Elke speler start dan ook met 9 kaarten in de hand. Met een slag op de bel is de beurs geopend en kunnen we beginnen met ruilen. Je neemt 1 of meer gelijke kaarten in je hand en roept het aantal kaarten dat je wilt ruilen. Op deze wijze ruil je gelijke aantallen kaarten met elkaar waarbij het geschreew, het gegris en gegraai naar kaarten toeneemt naarmate de sets in de hand steeds kompleter worden. Pats boem, een knal op de bel en de veiling is over.
De speler wiens set kompleet is krijgt punten voor zijn set, de kaarten worden weer geschud en eenmaal weer 9 kaarten in de hand begent de herrie van voren af aan. Is een speler over een, van te voren vastgesteld, aantal punten heen dan is die speler de winnaar.

Wat ik er van vind:
Als je de spelersgroep even goed wil oppeppen of wakkerschudden dan is een kort potje “Pit” het spel om dit te doen. Let op voor overmatig enthousiasme want het kan een aanslag op je stembanden zijn. Mijn ervaring is dat 15 minuten herrie wel zo vervrissend kan werken voor we weer opgetogen verder gaan met een volgende brain burner.


Nog even dit:
“Pit” is al een behoorlijk oud spelletje wat in 2004 zijn 100 jarig bestaan vierde met een luxe uitgave inclusief bel (jawel!)

Spel geschikt als:



Categorie:



Info algemeen:
Uitgebracht in 2004 (luxe editie) door Winning Moves
Ontwerper: Harry Gavitt (1903)
Spelersaantal: 3 – 10
Speelduur: 15 minuten of meer
Verkrijgbaar: Speelgoedwinkels of internet bv. “Allgames4you”

dinsdag 16 november 2010

Carabande

Inleiding:
Voor mij is dit het ultime behendigheids “dexterity” spel wat ik ken. Ik ben zelfs van mening dat zelfs de grootste spellen hater het niet kan laten en toch ook even zijn geluk wil beproeven op de baan van dit ultieme race spel.

Principe:
Carabande is simpelweg een modulaire racebaan die je zo groot kan maken als je zelf wilt. (Nou ja, zo lang je maar voldoende onderdelen hebt en dus ook dozen aanschaft). Uw verslaggever in deze heeft inmiddels 5 dozen van dit spul en kan dan ook een aardig baantje neerleggen.

Iedere speler krijgt een racewagen in de vorm van een gladde en ietwat uit de kluiten gewassen damschijf. Om beurten schieten de spelers hun racewagens over de baan, handig gebruik makend van de vangrails (voor zover deze aanwezig zijn). Een potje Carabande gaat meestal over drie rondjes en de speler die als eerste zijn speelschijf over de finish schiet wint.

Het spel is in 2 minuut 30 uitgelegd. Naast het schieten van de schijf is het nog even goed om te weten dat het uit de baan schieten van de eigen of andermans schijf betekent dat de beurt voorbij is en dat de schijf weer teruggelegd wordt op de positie vanwaar geschoten is.

Alles goed en wel dat geschiet met schijven maar het zou natuurlijk nog leuker zijn als je nog wat lastige obstakels in je racebaan verwerkt. Aangezien ik daar niet vies van ben heb ik speciaal voor dit spel wat baanstukken verzaagd tot respectievelijk een “looping”, een “slingshot” en een heuze “hamburger hill”. Hoe ik dat gedaan heb kan je lezen op mijn site via onderstaande links:


Misschien ishet goed om nog even te melden dat minder ervaren schijvenschieters nog al eens eindigen met een blauw uitgeslagen nagel doordat ze op een hardnekkige onjuiste wijze de schijven door de kamer heen knallen. Verder is het tactisch gezien altijd goed om eerst even de baan met de vinger af te tasten. Het wil nog wel eens dat er zich kleine hoogte verschillen tussen de baandelen voordoen waardoor de schijf sneller uit de baan vliegt.

Wat ik er van vindt:
Carabande is veruit mijn favoriete behendigheidsspel. Leuk met 2 of 3 spelers maar met 8 spelers minstens zo leuk. Verder leg je tijdens het spelen ongemerkt nog een beste afstand af ook. Je zou het niet zeggen maar na elk schot moet je ruimte maken voor de volgende speler en je ziet spelers vervolgens, zonder daar erg in te hebben, rondjes lopen rond de tafel om zich al weer op te maken voor het volgende schot.
Het spel is dusdanig verslavend dat ik elk jaar toch ook weer even op de tweedehands markt op “Spiel” kijk om te zien wat een Carabande doos doet. Dit jaar heb ik me zowaar in weten te houden er nog een doos bij te kopen.

Categorie:


Info algemeen:
Uitgebracht in 1995 door Goldsieber
Ontwerper: Jean du Poël
Spelersaantal: 2 – 8
Spiel des Jahres 2007
Speelduur: 30+ minuten (afhankelijk van baanlengte en spelersaantal)
Verkrijgbaar: De Carabande variant is alleen nog 2e hands te krijgen. Let wel dat een tweedehands set zo rond de 30 euro ligt. Carabande is enkele jaren geleden opnieuw uitgebracht door “Ferti” onder de naam “Pitchcar” en is via internet sites en mogelijk via spellen speciaalzaken te verkrijgen.


Feuer Schlucker

Inleiding:
Het circus is in de stad. Komt dat zien, komt dat zien. Aanschouw de sterkste man ter wereld, verbaas je bij de kunsten van de degenslikker en aanschouw de vuurfontijn van de vuurspuwer.

De spelers kruipen in dit kaartspelletje in de rol van circus artiest en proberen daarbij zo veel mogelijk publiek te trekken naar de eigen voorstelling. Na drie speelrondes staat vast wie het grootste publiek heeft getrokken.



Principe:
Iedere speler krijgt 5 handkaarten. De overige kaarten liggen dicht op tafel en vormen de trekstapel. De toeschouwers als voorraad midden op tafel.

Met de klok mee spelen de spelers een kaart uit en vullen de hand weer aan tot 5.
De kaart wordt open voor de speler neergelegd. Hierdoor ontstaat voor elke speler een eigen aflegstapel waarbij de laatst uitgespeelde kaart steeds de bovenste is.


De kaarten waarop een circus artiest staat afgebeeld heeft een waarde van 2,3 of 4. Met het spelen van de kaart legt de speler net zoveel toeschouwers voor zich neer als dat de waarde van de kaart aangeeft. De toeschouwers komen uit de algemene voorraad maar als een speler een kaart uitspeelt die bij een andere speler ook uit ligt dan trekt de speler die aan de beurt is de toeschouwers weg bij die speler en haalt ze naar zijn eigen act toe.

Naast de reguliere circus act kaarten zijn er nog de menselijke piramide kaarten die net zo veel toeschouwers opleveren als dat er menselijke piramide kaarten open liggen. De clown kaarten zijn de enige kaarten die je mag opsparen en die je als verzameling mag uitspelen waarbij elke kaart 1 toeschouwer oplevert.
De twee pestkaarten zijn de suikerspin dame en de leeuw. Met de suikerspin dame kan je twee toeschouwers bij een willekeurige speler weghalen en een gespeelde leeuw kaart verplicht elke speler net zo veel toeschouwers terug te leggen in de algemene voorraad als dat de bovenste kaart op de eigen speelstapel aangeeft. De leeuwkaart zorgt er ook voor dat alle gespeelde kaarten van de spelers weer ingenomen worden, geschud worden en wederom de trekstapel vormen.


De speelronde eindigt wanneer de laatste toeschouwers uit de algemene voorraad zijn getrokken. De spelers tellen de toeschouwers om ze vervolgens weer in het midden van de tafel te leggen. De kaarten worden geschud en gedeeld en er volgt een tweede en respectievelijk derde ronde.

Wat ik er van vindt:
Feuer Schlucker is een leuk en eenvoudig spelletje dat vlot wegspeelt. Een luchtig tussendoortje, opwarmer of afsluiter voor een spellendag. Opvallend bij dit spelletje is dat spelers nogal eens de neiging hebben gelijk uitziende toeschouwers te verzamelen om ze vervolgens in patronen neer te leggen. O wee als je ze dan in hun vaarwater gaat zitten.

Spel geschikt als:
 

Info algemeen:
Uitgebracht in 2003 door Ravensburger
Ontwerper: Reinier Knizia
Spelersaantal: 3 – 5
Speelduur: 30 minuten
Verkrijgbaar: o.a bij “Allgames4you