We zitten in de 4e eeuw na Christus en Europa staat aan de vooravond van een behoorlijke migratie drift. De Hunnen, Goten, Franken, Saksen, Teutonen en Vandalen zwerven uit over midden en zuid Europa. Her en der zijn conflicten onvermijdelijk maar als de strijd eenmaal gestreden is, is de regio in rustte en is alles pais en vree.
Principe:
Als spelers zorgen wij er voor dat de verschillende volken zich vanuit het noorden verspreiden over geheel midden en zuid Europa. Volkeren leven vreedzaam naast elkaar maar als een gebied te vol wordt dan is een conflict onvermijdelijk. In de 4 eeuwen die het spel beslaat zullen 4 tellingen plaats vinden. Tellingen waarbij punten verdiend kunnen worden op basis van de invloed die een speler heeft op een volk. Lastig? Nee hoor!
Het speelbord laat midden en zuid Europa zien en een de vier perioden waarover het spel gespeeld wordt. In de eerste periode komt een vrede fiche te liggen in de tweede periode twee enz. Zodra deze fiches uit een bepaalde periode op zijn volgt er een tussen/eind telling.
Spelers starten met 6 handkaarten. Op elke kaarten staat 1 van de 6 volkeren afgebeeld. Een speler speelt in zijn beurt één handkaart uit en zet de corresponderende bevolkingssteen in een provincie die grenst aan een inmiddels bevolkt gebied. Vervolgens vult hij zijn hand weer aan tot 6 kaarten.
Aan het begin van het spel moet de eerste bevolkingssteen altijd gezet worden in een gebied waarvan de meest noordelijke grens rood gekleurd is. Van daar uit kan de bevolking vervolgens uitwaaieren over Europa. Spelers spelen om beurten een bevolkingskaart uit en plaatsen bevolkingsstenen op de kaart.
Met het uitspelen van een bevolkingskaart oefent de speler ook invloed uit op die bevolking. Naast het speelbord ligt nog een tweede bord waarop de mate van invloed wordt bijgehouden die een speler heeft op een volk. Als een speler een kaart speelt in de eerste periode verschuift hij zijn invloedssteen op de bord ook 1 stap omhoog bij het desbetreffende volk. Als we in de tweede periode van het spel zijn aangeland dan verschuift de speelsteen 2 passen enz. Bij het einde van een periode is de positie op dit speelbord van belang voor wat betreft de puntenverdeling.
Nu kan een speler afzien van zijn invloedspunten na het plaatsen van een bevolkingssteen. In plaats hiervan mag de speler nu een tweede bevolkingssteen in de zelfde regio plaatsen.
Na verloop van tijd zal er een situatie ontstaan waarbij er een vijfde bevolkingssteen in een gebied geplaatst wordt. Op dat moment ontstaat er een conflict.
Een conflict wordt uitgevochten met behulp van alle spelers. Startend met de speler die het conflict veroorzaakte speelt hij één of meerdere kaarten, van één of meerdere bevolkingsgroepen die in het conflictgebied vertegenwoordigd zijn, uit zijn hand dicht op tafel. Met de klok mee volgen de anderen dit voorbeeld. Vervolgens draaien de spelers de gespeelde kaarten open en tellen het aantal kaarten van de verschillende volkeren bij elkaar op en daarbij de bevolkingsstenen in de provincie. De bevolkingsgroep die het laagste scoort wordt uit de provincie verdreven. Als twee of meer bevolkingsgroepen de laagste scores hebben worden deze allemaal verdreven. Het kan zelfs zo zijn dat een gebied na een conflict helemaal leeg is. Om een conflict te markeren worden de vrede fiches gebruikt die op het speelbord liggen startend met de 4e eeuw (eerste periode in het spel). De door de spelers gespeelde kaarten gaan op de aflegstapel en de spelers mogen pas na hun beurt hun hand weer aanvullen tot 6 speelkaarten.
Zodra de vredefiches van een periode op zijn volgt er een telling. (1e periode al meteen na het eerste conflict). Alle volkeren worden nu nagelopen waarbij de speler met de meeste invloed net zo veel punten krijgt als dat er bevolkingsstenen op het speelbord staan. De speler die de tweede positie in neemt krijgt net zo veel punten als dat er gebieden zijn waarin dit volk is vertegenwoordigd. Als alle zes de volken zijn nagelopen wordt de volgende eeuw gespeeld. Na de vierde eeuw/ronde/periode volgt de laatste telling waarbij de speler met de meeste punten wint.
Wat ik er van vindt:
Atilla is een leuk strategisch spelletje waar meer in zit dan je op het eerste oog zou verwachten. Voor zover er geluk aan te pas komt zit 'm dat in de kaarten die je trekt maar verder komt het toch vooral aan op goed plannen en her en der tactisch een conflictje uitlokken. Het spel spreekt misschien niet direct tot de verbeelding als je de doos in de handen hebt maar het spel zelf vind ik zeker de moeite waard.
Minpuntje is het speelbord waarop de stand van de beinvloeding op word bijgehouden. Het is wat priegelen met de speelsteentjes.
Categorie:
Uitgebracht in 2000 door Hans im Gluck
Ontwerpers: Karl-Heinz Schmiel
Spelersaantal: 2 – 5
Spelersaantal: 2 – 5
Speelduur: 45 minuten
Verkrijgbaar: Spellenspeciaalzaken en internet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten