Nu weet ik niet of het een hype aan het worden is maar ook ik kan er niet aan ontkomen om iets te schrijven over het spel “7 Wonders”. Dit is tenslotte een blog waarin ik schrijf over die spellen die ik leuk vind om te spelen. 7 Wonders is dit jaar oktober op “Spiel” gelanceerd en staat inmiddels al in de top 20 van de BGG lijst van meest populaire spellen. In zo’n korte tijd al zulke hoge noteringen dan moet dit wel een topper zijn (en wellicht ook een hype maar de tijd zal het leren).
Principe:
In dit kaartspel ontwikkelen de spelers hun beschavingen. Handel, wetenschap, cultuur en strijdmacht worden gaandeweg het spel ontwikkeld en daarnaast kunnen de spelers elk hun eigen unieke wereldwonder bouwen.
De spelers beginnen elk met hun eigen “wonderbord”, drie munten en 7 handkaarten.
Het spel verloopt over drie periodes die elk eindigen in een krachtmeting. Elke periode kent een eigen kaartendek welke is afgestemd op het aantal spelers. De kaarten van periode I worden verdeeld over de spelers waaruit elke speler vervolgens een kaart kiest die hij deze ronde wil gaan bouwen/uitleggen. De overgebleven 6 handkaarten worden vervolgens gedekt doorgegeven aan de linker buurman. Voordat de spelers deze nieuwe set handkaarten bekijken worden eerst de kaarten, die deze ronde gekozen zijn, opengedraaid en gebouwd.
Het bouwen van kaarten kost vaak grondstoffen en het aardige van in dit spel is dat de spelers niet alleen de eigen grondstoffen hiervoor kunnen aanwenden maar ook die van de buurlanden (spelers direct links en rechts van je). Hiervoor moet wel betaald worden en de eigenaar van de grondstoffen kan dit niet weigeren.
Grondstof kaarten worden onder de linker bovenhoek van het wonderbord geschoven zodat het geen ze produceren zichtbaar blijft. Er ontstaat als het ware een trappetje aan grondstofkaarten.
Overige kaarten worden boven het wonderbord uitgelegd en in de loop van het spel zullen ook hier kaarten deels over elkaar gelegd gaan worden.
Het komt vaak voor dat bij het uitspelen van een kaart, dit de speler in staat stelt om later in het spel een opvolgende kaart gratis te bouwen. Zo ontstaan er technologische, economische, militaire en culturele rijtjes aan kaarten die allemaal hun invloed hebben op het spel.
Als een speler geldnood heeft kan hij een kaart uit de hand op de aflegstapel gooien in plaats van te bouwen. Hiervoor krijgt hij 3 munten uit de voorraad. De speler kan ook een kaart gebruiken om een gedeelte van zijn wonder te bouwen. Elk wonder bestaat een meerdere gedeelten zoals afgebeeld op het “wonderbord”. Door het betalen van de juiste grondstoffen kan de speler een kaart uit de hand half onder het wonderbord steken bij de te bouwen fase van het wonder waarmee dat gedeelte dan ook gebouwd is en wat mogelijk ook iets genereert in het spel.
Nadat de zesde speelkaart uit de hand is gespeeld wordt de laatste kaart weggegooid. De spelers bouwen nu ook deze laatste (zesde) kaart waarna de speelronde is beëindigd en er een tussentelling plaats vind. Deze telling is gericht op de militaire kracht van een speler. Elke speler vergelijkt zijn sterkte met die van zijn rechter en linker buurman. Is hij zwakker dan krijgt hij een “-1” fiche, is hij sterker dan krijgt hij een “+ fiche”. In de eerste speelronde is dit een “+1” gevolgd door een “+3” in de tweede speelronde en een “+5” na afloop van de laatste ronde. De “-1” fiches blijven elke ronde gelijk.
Na de tussentelling volgt periode II waarbij de kaarten rechts om van eigenaar wisselen en bij periode III gaan de kaarten weer links om van hand tot hand. Na de derde ronde en na het meten van de militaire sterktes volgt er een eindtelling. Cultuur en techniek kaarten leveren nu punten op maar ook bepaalde handelskaarten genereren nu punten. In periode III krijgen we ook nog te maken met zogeheten “Gilde” kaarten die bij het uitspelen extra winstpunten genereren. De wonders die spelers geheel of gedeeltelijk hebben gebouwd leveren nu ook nog punten op.
Wat ik er van vindt:
7 Wonders speelt lekker vlot en of je dit nu met 3 of met 7 spelers doet, de speelduur blijft hangen rond een half uurtje. De interactie in het spel zit hem in je relatie met je linker en rechter medespeler al is het goed om op te letten wat andere spelers aan tafel zo al neerleggen. Kaarten en keuzes zijn beperkt en de praktijk leert dat je focussen op een zeker gebied lucratiever is dan je kansen te spreiden.
Het spel zit leuk in elkaar en je bent als speler lekker actief bezig. De wonderborden zijn dubbelzijdig en hebben op verschillende manieren uitwerkingen op het spel. Of het spel blijft boeien is nog even de vraag. Mogelijkheden tot uitbreidingen zoals bij “Dominion” zie ik niet zo snel. Voor alsnog is dit niet aan de orde en speel ik graag een rondje “7 Wonders”.
Categorie:
Info Algemeen:
Uitgebracht in 2010 door Repros Productions
Ontwerpers: Antoine Bauza
Spelersaantal: 2 – 7
Speelduur: 30 minuten
Verkrijgbaar: Spellenspeciaalzaken en internet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten