Hoera! Oom is dood.
Een nog al merkwaardige openingszin voor een regelset maar in dit geval volstrekt relevant.
Oom is inderdaad overleden en bulkte van het geld. Geld wat hij gedurende zijn hele leven verzuimd heeft uit te geven en waar hij vlak voor zijn dood best wel de P over in had.
Het leven had voor oom lief wellicht een stuk leuker kunnen zijn als hij bij tijd en wijlen het geld eens flink had laten rollen.
En dat is precies wat wij nu, als potentiële erfgenamen, gaan doen. We hebben allemaal een fiks geldbedrag gekregen en 7 dagen (speelrondes) de tijd om het geld er door heen te jassen. De speler die zich het meest in de schulden weet te werken mag de volledige erfenis van oom lief opstrijken. (en de winst van het spel)
Principe:
De setting is Victoriaans en we bevinden ons in de Engelse upper class. De Spelers plannen hun dag (speelronde) waarin ze trachten zo veel mogelijk aan kapitaalvernietiging te doen. Dure reizen waarbij we het liefst onze eigen kok meenemen, de hond en/of een gezelschapsdame. Naar de opera maar dan wel met het rijtuig of laten we proberen om zo duur mogelijk een boerderij te kopen en er een paar raspaarden in zetten. Als het mee zit dan vinden we vast nog wel een louche makelaar die het stulpje ons met alle liefde afhandig wil maken tegen een zeer onschappelijke bodemprijs. Kortom een spel waarbij je het geld als water door de vingers wilt laten lopen.
Spelers beginnen met het plannen van hun speelbeurt door een eigen speelsteen in te zetten op één van de zandlopers op het centrale speelbord. Deze zandlopers vormen een soort tijdlijn welke van links naar rechts loopt. In deze volgorde zijn de spelers gedurende de ronde aan de beurt.
De zandloper geeft aan hoeveel speelkaarten zij deze beurt mogen trekken, hoeveel acties ze mogen claimen op het centrale speelbord (worker placement principe) en hoeveel actiepunten ze krijgen om speelkaarten te kunnen spelen en activeren.
Het centrale speelbord geeft de spelers een aantal opties waarop ze hun werkers (top hats) mogen zetten. Zoals het beïnvloeden van de huizenmarkt (aan en verkoopprijzen beïnvloeden), claimen van speelkaarten die open op het centrale bord liggen, de opera bezoeken (meteen geld afleggen) of het vergroten van het eigen speelbord wat gebruikt wordt om speelkaarten op te kunnen spelen. Elke actie wordt meteen uitgevoerd.
Na deze fase kunnen spelers hun actiepunten in de speelvolgorde als op de zandlopers uitvoeren. Actiepunten kunnen gebruikt worden om kaarten te spelen en te activeren.
Hierbij maken we onderscheid tussen permanente kaarten, kaarten die de speler uit zijn hand speelt op zijn eigen speelbord, en kaarten die de speler uit zijn hand speelt als eenmalige actie waarna ze op de aflegstapel gaan.
Als je een huis activeert dan kost je dit geld. Je hebt als het ware onderhoud gepleegd aan het pand. Doe je dit niet dan zakt de waarde van het huis omdat je het verwaarloost. Dit wordt op de kaart zelf bijgehouden. Een pand kan op een gegeven moment niet verder in waarde zakken waarna er niets anders rest om het huis tegen een zo laag mogelijke prijs te verkopen.
De tijdelijke kaarten zijn meer gericht op kortstondige evenementen. Een avondje naar de opera een grand diner of een luxe cruise. Dit kost uiteraard geld en deze kosten kan je mogelijk nog opschroeven door hier kaarten aan toe te voegen als het gespeelde evenement dit toestaat. Neem een gezelschapsdame mee, een eigen kok, hond of paard. Ook bij landhuizen en vooral boerderijen kunnen spelers deze extra kaarten spelen waardoor het huis of de boerderij bij het activeren meer kosten genereert.
Zo proberen de spelers ronde na ronde de eigen onkosten flink op te schroeven en het geld er door heen te jagen. Wat je niet moet vergeten is dat de aanschaf van huizen er voor zorgt dat je snel door je contanten heen bent. Dit geld ben je vervolgens nog niet kwijt, het zit tenslotte in het onroerend goed. Om het geld alsnog op te kunnen maken moeten spelers uiteindelijk hun huizen verkopen en het resterende geld op een andere manier kwijt zien te raken. Wat je ziet gebeuren is dat spelers aan het begin van het spel vooral in het onroerend goed duiken en gaandeweg het spel meer gaan spelen op de kortstondige / eenmalige acties.
Om alles goed te managen is het hebben van de juiste kaarten essentieel. Aangezien spelers niet meer dan 2 handkaarten mee mogen nemen naar de volgende speelronde moeten spelers goed nadenken hoeveel kaarten ze er in de volgende ronde bij willen trekken. Dit bepaald mede de wijze waarop de spelers hun markeerstenen op de zandlopers inzetten. Daarnaast moet de speler ook van te voren bepalen in welke combinatie men kaarten wil trekken. Er zijn 4 kaartstapels om van te kiezen; huizen, permanente personen / gebeurtenissen, eenmalige gebeurtenissen en als laatste de stapel kaarten met daarin de gezelschapsdame, kok, hond en paard.
Het spel duurt 7 rondes. In het basis spelkrijgen spelers allemaal 70 Engelse pond als startkapitaal. Spelers kunnen er ook voor kiezen om een kaart te trekken om zo het startkapitaal vast te stellen.
Het is op zich al een uitdaging om met 70 pond in de min te eindigen laat staan als je start met een bedrag van 100 pond of meer.
Wat ik er van vind:
“Last Will” is een zeer mooi en sfeervol uitgevoerd spel. Het worker place segment is beperkt daar de spelers slecht 1 of 2 acties hebben in een speelbeurt. Daarnaast is het vooral belangrijk om voldoende actiepunten te hebben om kaarten te kunnen spelen en activeren.
Vooral het goed uitkomen met de financien is van belang. Wanneer verkoop je onroerend goed en zet je de eindspurt in door je geld uit te geven aan eenmalige evenementen.
Wat mij betreft een leuk, vlot en uitdagend Spel.
Categorie:
Info algemeen:
Uitgebracht in 2011 door Chech Games Edition
Ontwerper: Vladimir Suchy
Spelersaantal: 2-5
Speelduur: 60 minutenspel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten